dagen
uren
minuten
seconden

Wil jij ook slanker of gespierder worden met OERsterk? Nu met 50 euro voordeel én een gratis tweede account voor je (sport)buddy
    Lees meer >>

Waarom een kwakzalver tegenwoordig een eretitel is

Als je je hoofd boven het maaiveld uitsteekt gebeuren er twee dingen:

  1. Je wordt door veel mensen geprezen.
  2. Je hoofd wordt er door sommige mensen afgehakt.

Het is het lot van pioniers. Mahatma Gandhi zei terecht:

Eerst negeren ze je, dan lachen ze je uit, dan vechten ze met je, dan win je.

Nu gaat het mij niet om winnen, maar wel om de zoektocht naar de waarheid op het gebied van gezond leven. Sommige zoeken de waarheid alleen in de wetenschap, dus in de evidence based medicine. In de praktijk is het trouwens vaak evidence biased medicine, maar daar kom ik later op terug.

Op dit moment is er een krachtig ecosysteem voor ziekte. Het is een farmaceutische
miljardenindustrie met een enorme lobbycratie en een groot gebrek aan ethiek.

Met OERsterk bouw ik aan een ecosysteem voor gezondheid. Dat doe ik inmiddels samen
met een groot team. We delen wetenschappelijke inzichten, maar ook praktijkervaring op
het gebied van voeding en leefstijl.

Als je enigszins buiten de lijntjes kleurt kom je al snel in het vizier van de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK). Zo werd ik in augustus 2021 ook op hun website uitgeroepen tot
kwakzalver van de maand. 

Persoonlijk vind ik dit een eretitel, omdat dit bewijst:

  • dat we buiten lijntjes durven te kleuren en buiten bestaande kaders durven te denken op
    zoek naar de waarheid over de oorsprong van vitaliteit en optimale gezondheid.
  • dat we wetenschap (ratio) met spiritualiteit (gevoel) durven te verbinden.
  • dat we blijkbaar groot genoeg zijn geworden om in hun vizier te komen (en hun uit te
    lokken om een groot artikel te schrijven met veel hyperlinks naar onze websites. Dit leidt
    grappig genoeg tot extra traffic en extra verkopen van onze diensten).

De VtdK schiet op alles en iedereen die in hun optiek niet wetenschappelijk handelt en noemt deze mensen een kwakzalver. Ze tracht zo het oude systeem – en wereldbeeld – in stand te houden, terwijl de oude wereld op allerlei gebieden aan het sterven is. Gelukkig maar.

De geneeskunde: hun kracht en zwakte

Voor 1900 waren infectieziekten de belangrijkste doodsoorzaak. Na 1900 zijn
welvaartsziekten de belangrijkste doodsoorzaak geworden, terwijl het zorgsysteem niet op
tijd is meeveranderd. Iedere klacht wordt nog steeds behandeld vanuit het infectietijdperk-
mantra ‘for every ill a pill’. Antibiotica was toen een magisch machtig medicijn.

Dat brengt ons gelijk bij de kracht van de moderne reguliere geneeskunde. Ze zijn expert op
het gebied van de acute geneeskunde, dus bij een ernstige infectie, een open beenbreuk of
een blindedarmontsteking. Hun zwakte is de aanpak van chronische aandoeningen – dus
welvaartsziekten – omdat de multifactoriële mechanismes die leiden tot deze aandoeningen
(o.a. leaky gut, insulineresistentie, laaggradige ontsteking, leptineresistentie) niet in de reguliere geneeskunde worden aangeboden. Artsen hebben geen kennis over hoe moderne
welvaartsziekten vanuit evolutionair perspectief ontstaan (de meeste ontsporingen zijn heel logisch) en hoe ze volgens de wijsheid van de natuur en het lichaam hersteld kunnen worden. Er is
weinig interesse voor natuurlijke interventies, omdat deze niet te patenteren zijn en dus voor de farmacie geen aantrekkelijk verdienmodel zijn.

Daarom word er ook weinig wetenschappelijk onderzoek gedaan naar voeding en leefstijl.
Wetenschappelijk onderzoek kost enorm veel geld, wat met natuurlijke interventies niet
wordt terugverdiend. Toch kun je ook veel vraagtekens zetten bij het wetenschappelijk
onderzoek naar farmaceutische medicijnen.

In mei 2022 bezocht ik een lezing van de Britse cardioloog Aseem Malhotra in Londen. Hij liet zien dat veel wetenschappelijk onderzoek onbetrouwbaar is. Zo zijn de conclusies in de publicatie How to survive the medical misinformation mess van John Ioannidis:

  • het meeste wetenschappelijk onderzoek is niet te vertrouwen, biedt geen voordeel voor de
    patiënt en is niet van waarde van beleidsmakers.
  • de meeste gezondheidswerkers zijn zich niet bewust van dit probleem.
  • deze gezondheidswerkers hebben ook een gebrek aan vaardigheden om medisch wetenschappelijk onderzoek juist te interpreteren.

Peter Gøtzsche laat in een artikel in het toonaangevende medische tijdschrift The British Medical Joural zien dat Big Pharma misdaden pleegt. In zijn woorden: ‘Het systeem moedigt goede mensen aan om slechte dingen te doen.’ In zijn artikel staat:

‘The most common recent crimes were illegal marketing by recommending drugs for non-approved (off label) uses, misrepresentation of research results, hiding data on harms, and Medicaid and Medicare fraud.’

De farmaceuten nemen deze boetes voor lief – ze calculeren ze zelf in – omdat hun winsten
veel groter zijn. Zo betaalden de top 10 farmaceuten tussen 2009 en 2014 maar liefst 13 miljard dollar aan boetes voor illegale marketing van medicatie en het verbergen van data op het gebied van bijwerkingen. Deze boetes deden geen pijn en werden bijna al in begroting meegenomen. Interne documenten laten dit ook zien.

De conclusie van de talk van Aseem Malhotra in Londen was treffend:

  1. Voorgeschreven medicatie is wereldwijd nu de derde meestvoorkomende
    doodsoorzaak.
  2. De laatste decennia heeft de farmaceutische industrie netto een negatief effect op
    de maatschappij. De schade is inmiddels veel groter dan de winst. 

Laat deze laatste conclusie eens rustig op je inwerken…

Er is dus behoefte aan een ander systeem. Een beter systeem. Een preventief systeem dat gefundeerd is op evolutionaire principes.

Toch heb ik tijdens mijn opleiding geneeskunde niets over voeding en leefstijl geleerd. Daarom besloot ik om na mijn doctoraal geneeskunde – maar nog voor mijn artsexamen – het medische systeem te verlaten. Ik wist alles over ziektes en de dood, maar niets over het leven, preventie en optimale gezondheid.

Er volgde een ontdekkingstocht door vele complementaire vakgebieden, waaronder de
orthomoleculaire geneeskunde en de psycho-neuroimmunologie. Ik leerde essentiële principes die ik nooit eerder had gehoord of geleerd.

Toch zal een gemiddelde (huis)arts veel complementaire visies of perspectieven afweren en afwijzen, zonder dat hij of zij hierin heeft verdiept. 

Er is regelmatig sprake van overmoed of zelfs arrogantie bij artsen: ‘wat ik niet ken of heb geleerd, dat bestaat niet of werkt niet.’ Veel artsen zeggen dit zonder enige kennis of zonder zich uitgebreid in onbekende nieuwe materie verdiept te hebben (want pas als je je ergens in hebt verdiept ben je in staat om onderbouwd een mening te formuleren, wat deze mening dan ook is).

Het gevolg is dat de patiënt vandaag de dag nog steeds niet de beste zorg krijgt, omdat we
regulier en complementair gescheiden hebben. Vooral vanuit ego en financiële belangen.

Daarom wordt het tijd dat we bruggen gaan bouwen, en de patiënt weer de beste zorg
kunnen leveren. Want laten we niet vergeten dat Hippocrates de grondlegger is van de
moderne geneeskunde. In zijn tijd had hij alleen beschikking over natuurlijke interventies, en zou de moderne reguliere chemische geneeskunde zeker toen als ‘alternatief’ bestempeld zijn.

Het gebeurt vaker dat we norm en afwijking door elkaar halen.

‘We leven in een maatschappij die maakt dat we weinig bewegen en die het ons moeilijk maakt om gezond te leven. Het is eigenlijk te zot voor woorden dat we miljarden investeren in geneesmiddelen voor ziektes die makkelijk te voorkomen zijn en die serieuze klachten en bijwerkingen met zich meebrengen, in plaats van iets te doen aan onze leefstijl. Onze gezondheidszorg bestaat nu vooral uit het repareren van de effecten van een ongezonde leefstijl’, zegt hoogleraar diabetologie LUMC Hanno Pijl.*39

In maart 2013 bracht het Centraal Planbureau het rapport ‘Toekomst voor de zorg’ uit. Hierin staat dat in 2009 negen procent van het bruto binnenlands product (bbp) aan gezondheidszorg werd besteed en dat dit in 2012 al tot 13 procent was gestegen. In 2040 wordt zelfs een percentage van 31 procent van het BBP verwacht. Een gemiddeld inkomen besteedt nu 25 procent aan zorg. In de huidige verwachting zal dit in de toekomst volgens de toenmalige Minister Schippers van Volksgezondheid mogelijk 50 procent worden.*40 ‘De zorgkosten zijn van 2008 tot 2013 reëel met 22 procent gestegen. Dat kan niet eindeloos zo doorgaan’, volgens Wouter Bos, bestuursvoorzitter VUmc. Al het geld gaat op aan behandeling van ziekten en niet aan preventie. Op 24 juni 2014 rapporteerde het RIVM over de volksgezondheid in Nederland. Toenmalige minister Schippers gaf aan dat de zorgkosten de pan uit rijzen en dat we de zorg anders moeten organiseren om deze betaalbaar te houden. Ze eindigde haar voorwoord met de opmerking dat er werk aan de winkel is voor een gezonder Nederland.

Dweilen met de kraan open

Niet-infectieuze aandoeningen zoals kanker, hart- en vaatziekten en diabetes zijn schrikbarend toegenomen en worden vooral door een verkeerde leefstijl veroorzaakt. Denk aan overgewicht, stilzitten en misbruik van genotsmiddelen. De voorzorg valt na de begeleiding van het jonge kind (zwangerschap, consultatiebureau, schoolarts) weer weg. Het lijkt wijs om meer geld in voorzorg voor de jeugd, de werkenden en de ouderen te investeren.

Als ongezond gedrag kan worden aangeleerd door ongezonde prikkels, kan gezond gedrag door gezonde prikkels ook worden aangeleerd. De huidige omgeving verleidt om te eten, te drinken en te roken. Veel mensen weten niet goed hoe zij hun leven gezond kunnen inrichten en wat de gevolgen van hun keuzes op hun latere gezondheid zijn.

Pijnlijke scheiding

Het ontstaan van alternatieve geneeswijzen dateert uit 1865, wat het geboortejaar van de reguliere geneeskunde in het Westen genoemd kan worden. In dit jaar werd de wet van Thorbecke aangenomen, waarin stond dat het uitoefenen van de geneeskunde alleen voorbehouden is aan degene die aan een universiteit wordt opgeleid. Wie niet op een universiteit is opgeleid en toch de geneeskunde beoefent wordt daardoor als een kwakzalver of een alternatieve genezer betiteld.

Het grootste lijden in de huidige geneeskunde wordt veroorzaakt door het scheiden van ‘alternatief’ en ‘regulier’. In mijn eerste boek OERsterk uit 2012 heb ik hier al een pleidooi voor gehouden. Iedere stroming heeft zijn eigen kracht, waar de specialisatie van de reguliere geneeskunde vooral in de acute geneeskunde ligt en de specialisatie van de complementaire geneeskunde vooral bij chronische aandoeningen ligt. De reguliere geneeskunde wordt onterecht te hoog ingeschat en de complementaire geneeskunde te laag.

De eerste regel van de Griekse geneesheer Hippocrates, tevens grondlegger van de huidige reguliere geneeskunde, was ‘breng geen schade toe’.

In een interview in het Algemeen Dagblad*41 stellen vooraanstaande hoogleraren en chirurgen oncologie uit Antwerpen, Gent, Leuven en Frankfurt dat de medische cultuur in Nederland star, rigide, bureaucratisch is en weinig oog heeft voor de individuele patiënt. In Duitsland en België is de zorg anders ingericht. ‘Nederlandse artsen houden vast aan protocollen en zijn hierdoor te star en bureaucratisch. Er kan beter bij de individuele patiënt worden aangesloten.’

Reguliere mist

Uit nieuwe vergelijkingen blijkt slechts 40 procent van de medische behandelingen aantoonbaar gezondheidswinst op te leveren.*42 Het medisch vakblad British Medical Journal bestudeerde drieduizend alledaagse behandelingen en concludeerde dat voor de helft ervan geen bewijs van
effectiviteit bestaat. Van veel chronische welvaartsziekten is de oorzaak onbekend.

Het is prikkelend om je af te vragen hoe de behandeling dan wel bekend kan zijn. In de praktijk worden meestal de symptomen onderdrukt zonder de onderliggende werkingsmechanismen op te lossen.

GeneesONkundig inzicht

In goed geneeskundig handelen staat de patiënt centraal, maar zodra je een stap buiten bestaande grenzen zet, komt de felle schijnwerper van de Vereniging tegen de Kwakzalverij (VtdK) op je gezicht. Snel maar terugstappen in de reguliere comfortzone of de moed hebben om je eigen weg te gaan? De VtdK staat afwijzend tegenover iedere arts die een bredere visie heeft dan regulier en die naar andere
behandelmogelijkheden buiten chemische medicijnen en chirurgie zoekt.

‘Afwezigheid van bewijs, bewijst nog niet dat het niet zo is.’ Carl Sagan in The Dragons of Eden, Speculations on the evolution of human intelligence, 1977.

Verloren gezondheid

Complementaire artsen en therapeuten richten zich primair op het zelfherstellend vermogen en de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt. Gezondheid is hierbij het startpunt van denken. Ziekte dient soms zeker bestreden te worden, maar de nadruk ligt op het herstellen van de verloren gezondheid. Helaas wordt de complementaire geneeskunde nogal eens onterecht met kwakzalverij verward. De complementaire geneeskunde zou niet wetenschappelijk zijn. Is deze gedachte juist?

In de Verenigde Staten wordt de term ‘Complementary and Alternative Medicine’ (CAM) gebruikt om behandelmethoden aan te duiden die nog niet binnen de universitaire opleiding worden onderwezen. Op 56 universiteiten in Amerika wordt op dit moment Integrative Medicine onderwezen, waardoor het onderscheid tussen regulier en CAM aan het verdwijnen is. Vanuit de integrale visie wordt namelijk een keuze gemaakt uit alle vormen van geneeskunde waar bewijs voor bestaat en waar ervaring mee is. Deze keuze wordt altijd in samenspraak met de patiënt gemaakt.

Cijfers als wapens?

Cijfers zijn de heilige graal in de reguliere wereld. Alles waar geen cijfers van bestaan schijnt geen bestaansrecht te hebben. De onderstaande cijfers spreken voor zich.*43+44

Conventionele geneeskunde 2001 vs CAM 2004

Zoals we aan de effectiviteit kunnen zien, doet het bewijs voor CAM nauwelijks onder voor dat van regulier, hoewel er voor regulier veel meer onderzoeksgeld beschikbaar is. Als we dan de veiligheid in ogenschouw nemen – ruim acht procent van de reguliere medicatie is schadelijk en zorgt in Nederland voor zo’n 1.700-1.800 doden per jaar – dan is er alle reden om CAM serieus te overwegen. In 2012 gaf het hoofd afdeling richtlijnontwikkeling van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) al aan dat
slechts 20 tot 25 procent van de behandelingen die ze in standaarden opnemen is bewezen.*45

In de Volkskrant van 28 maart 2014 staat dat er een ‘beter-niet-doenlijst’ van medische behandelingen komt die niet effectief zijn. Omdat van de helft van wat er in ziekenhuizen gebeurt geen wetenschappelijk bewijs bestaat, gaan medisch specialisten op grote schaal de effectiviteit van behandelingen onderzoeken.

Hoogleraar Willem Mol zegt bijvoorbeeld: ‘Ongeveer de helft van de 800 miljoen die jaarlijks wordt uitgegeven in de verloskunde en de gynaecologie gaat naar behandelingen waarvan we niet weten of ze echt helpen.’*46

Hoogleraar Interne Geneeskunde Yvo Smulders pleit voor andere vormen van bewijs dan epidemiologisch onderzoek.*47 Het is zeker in het huidige gezondheidslandschap de uitdaging om preventief te denken en de CAM en psycho- neuroimmunologie een centrale plek te geven. Bestrijd ziekte alleen waar nodig, maar werk vooral op natuurlijke herstelmechanismen volgens de wijsheid van de natuur. Stimuleren van de gezondheid blijkt uit alle onderzoeken te leiden tot minder kosten, een betere kwaliteit van leven en zelfs een langer en gezonder leven. Dit sluit precies aan bij het gezonde verstand.

Deur open voor complementaire geneeskunde

De effectiviteit van behandelingen laat zien dat CAM naast regulier van grote waarde kan zijn. Ruim acht procent van de reguliere medicatie is schadelijk en zorgt in Nederland voor zo’n 1.700-1.800 doden per jaar. Dan hebben we het nog niet eens over alle bijwerkingen. De Vereniging tegen de Kwakzalverij heeft vooral een hekel aan artsen met een andere, bredere visie, waardoor ze op zoek is naar het eigen gelijk en niet naar de waarheid. Het is daarnaast een minachting van de centrale plek die de patiënt hoort te hebben. Wie geneest, heeft gelijk.

Mythologie

Artsen zijn niet gespecialiseerd in gezondheid. Artsen zijn vooral specialisten in ziekte. Geen arts kan genezen. Genezing treedt op door het herstellend vermogen van het lichaam te prikkelen en te stimuleren. Het lichaam kan zichzelf vervolgens genezen. Natuurlijke interventies,
waaronder voeding, beweging, overtuigingen en suppletie, kunnen dit vermogen prikkelen.

Symptoomdenken moet plaatsmaken voor systeemdenken. Voorlichting en scholing zijn hierbij essentieel. Voeding is een groot en variabel vakgebied zodat dit een eigen universitaire opleiding zou kunnen zijn. Nu wordt er helaas in geen enkel curriculum geneeskunde constructieve aandacht aan complementaire zorg besteed. Wel bestaan er in het reguliere systeem een aantal veelgehoorde mythologieën: 

  • Medicijnen maken gezond. Reguliere medicijnen remmen het zelfherstellend vermogen juist. Niet-natuurlijke gepatenteerde medicijnen maken patiënten passief en doen geen aanspraak op de eigen verantwoordelijkheid. Over het algemeen houden medicijnen het lichaam op de lange termijn weg van de oplossing. Dit betekent niet dat reguliere medicijnen nooit ingezet moeten worden. Soms zijn ze hard nodig voor de acute symptomen, maar het is wijs om in de tussentijd de oorzaken aan te pakken. Het onderwerp leefstijl met al zijn facetten ontbreekt nu helaas in de artsenopleiding. De meeste artsen studeren jarenlang medicijnen, maar weten niks van voeding. Op een stagedag in een ziekenhuis in ons land verbaasde ik me opnieuw over de drankenkar met Dubbel Fris, Cola light, Chocomel en limonade.
  • Vragen over leefstijl kunnen niet adequaat door (huis)artsen worden beantwoord.
    Uit het vorige punt komt ook naar voren dat door gebrek aan kennis geen adequaat antwoord op leefstijlvragen van patiënten kan worden geboden. Ik hoorde in mijn praktijk van
    patiënten vaak dat artsen het wegwuiven als ‘niet bewezen’, ‘niet effectief’ of ‘niet werkzaam’. Deze arrogante houding is ongepast. Je kan pas uitspraken doen als je je
    in deze materie hebt verdiept of het in je opleiding krijgt aangeboden. Artsen zijn gelukkig ook mensen. Het is niet erg om op leefstijlvragen van patiënten te antwoorden:
    ‘Hier heb ik geen verstand van en kan ik dus geen uitspraken over doen. Mogelijk kan een orthomoleculaire arts of PNI-therapeut u verder helpen.’ Dat zou een ideale situatie zijn als de reguliere en complementaire geneeskunde in wereldzijds respect (met erkenning voor elkaars sterke en zwakke punten) met elkaar gaan samenwerken, dus de beste zorg c.q. herstel voor de patiënt centraal stellen. 
  • (Preventieve) medicijnen zijn vrijblijvend. Geen enkele therapie, of dit nu medicijnen of orthomoleculaire suppletie is, is zonder de juiste kennis vrijblijvend.*48+49 Op dit moment slikken ruim twee miljoen mensen cholesterolverlagers en ruim één miljoen mensen antidepressiva. Nu zijn dit slechts twee voorbeelden waaruit blijkt dat de samenleving is gemedicaliseerd. Relatief nieuwe inzichten in cholesterol laten zien dat cholesterol eerder een vriend dan vijand in ons lichaam is (en dat vooral de eventuele onderliggende laaggradige ontsteking of insulineresistentie een aandachtspunt is). 
  • Er is weinig tegen het ontstaan van ziekte te doen. Deze overtuiging maakt ons slachtoffer van een onzichtbaar spook dat opeens kan verschijnen. Het huidige systeem biedt alleen nazorg en geen voorzorg. De preventieve geneeskunde staat nog in de kinderschoenen. Er ligt veel macht bij leefstijl.
  • Je speelt geen rol in je eigen genezing. ‘Zelf kun je weinig doen om het genezingsproces positief te beïnvloeden’, krijgen veel patiënten te horen. Voeding, leefstijl en mindset spelen echter een essentiële rol. De ziekenhuismaaltijd en de ‘broodkar’ houden patiënt eerder in het huis dan dat ze aan herstel bijdragen. Hier ligt nog een grote reguliere blinde vlek. ‘Wil iemand nog een glas frisdrank of een bakje hopjesvla?’ vraagt de voedingsassistente.
  • Screening staat gelijk aan preventie. De huidige screening op borstkanker of prostaatkanker (PSA) is geen preventie, maar het eerder opsporen van ziekte. Bij het prostaatspecifiek antigeen (PSA) kun je hier nog vraagtekens bij zetten. Richard Ablin ontdekte het eiwit PSA
    (prostaatspecifiek antigeen). Ablin raadt het af om de PSA-test voor de opsporing van prostaatkanker te gebruiken. Er is geen normale PSA-waarde. De hoeveelheid stijgt met de leeftijd en is bijvoorbeeld hoger na een fietstocht of seks. Het is hoog bij goedaardige aandoeningen aan de prostaat en het kan laag zijn bij prostaatkanker. PSA is daarnaast niet specifiek voor de prostaat. Het is een eiwit dat door klierweefsel wordt aangemaakt en bijvoorbeeld ook bij vrouwen (aanmaak door borstklierweefsel) te meten is. De test is ‘gekaapt’ door de farmaceutische industrie, die met deze testen miljarden euro’s verdient. Van alle mannen tussen de 50 en 70 jaar heeft 45-80% procent zonder het te weten prostaatkanker, meestal een niet-agressieve vorm. De meeste mensen zullen overlijden aan een andere doodsoorzaak. Sinds de invoering van de test is het aantal gevallen van prostaatkanker verdubbeld, maar is de sterfte aan de ziekte nauwelijks gedaald. Volgens Ablin is het enzym PSA een manier geworden om ziekte te vermarkten. Met de onderzoeken waaruit blijkt dat er een negatieve link tussen koemelk en prostaatkanker is wordt niks gedaan. De meeste 50-jarige mannen zitten nog aan deze ‘borstvoeding’. De groeihormonen in deze melk hebben een negatieve uitwerking op de kliercellen in de prostaat.*50
  • Geld voor onderzoek naar medicijnen gaat in de toekomst alles oplossen. Ieder jaar komen er weer vele collectes aan de deur met telkens de belofte dat nieuwe medicijnen bepaalde aandoeningen uit de wereld gaan helpen. Ze zoeken in de verkeerde hoek. De genetica staat slechts voor een zeer klein deel aan de basis van ziekten. De invloed van de omgeving op de genen, epigenetica genoemd, is een veel belangrijker onderzoeksgebied. Met alles wat we denken, doen, eten en drinken kunnen we genen uit- en aanzetten. In leefstijl- en vooral gedragsverandering ligt de duurzame oplossing tegen chronische aandoeningen. Laten we het onderzoeksgeld een keer hieraan gaan besteden. Dit opent de deur voor artsen om leefstijl in hun adviezen en behandeling mee te nemen. De meeste mensen vallen nu na een reguliere behandeling weer terug in hun oude ongezonde gedrag. De geneesheer van de Chinese keizer werd per dag betaald dat keizer niet ziek was. Dit doet recht aan het woord ‘geneesheer’. Als we artsen volgens dit principe gaan vergoeden zijn de problemen in de zorg snel opgelost.
  • Lichaam en geest zijn effectief met medicijnen te behandelen. In de psychiatrie is de DSM-5 de bijbel. ‘Na vijftig jaar intensief onderzoek is er geen enkele biologische test gevonden voor welk psychisch probleem dan ook. Laat staan een medicijn. We zitten op de verkeerde weg’, waarschuwt de Maastrichtse hoogleraar psychiatrische epidemiologie Jim van Os.*51 De huidige geneeskunde staat bol van de normen, voorschriften, richtlijnen en controles. Om lichaam en geest effectief te behandelen mogen protocollen door natuurwetten worden vervangen.

Integralis

Het Latijnse woord ‘integralis’ betekent ‘een geheel vormend’. Het doel van de integrale geneeskunde is om alle patronen te herkennen die alle onderdelen verbinden. Een lichamelijke uiting of ziektebeeld kan uit verschillende lagen voortkomen: voedingsstoffen, hormonen, neurotransmitters, gifstoffen, emoties, culturele oordelen, overtuigingen (vanuit kindertijd), economische, ecologische en sociale factoren.

De tegenhanger van integratie is differentiatie: het geheel onderverdelen in onderdelen. Er is een verregaande versplintering van sociaal wetenschappelijke kennis. Veel kleine onderzoeksvragen leiden tot een fragmentatie van kennis. De mens wordt als studieobject door veel verschillende vakgebieden, waaronder de politicologie, sociologie, psychologie, antropologie, economie en pedagogie, bestudeerd, maar deze onderzoeksgebieden verbinden hun literatuur helaas niet aan elkaar. Begin van de twintigste eeuw kwam vanuit de behoefte aan differentiatie de huidige reguliere geneeskunde voort. Sinds 2000 wordt de roep om integratie weer groter en is de ‘integrative medicine’ een nieuwe stroming.

Tegenbeweging

Integratie zouden we als een natuurlijke reactie op differentiatie kunnen zien. Het zijn reacties die zich op een natuurlijke manier afwisselen, net als cellen die versmelten en weer delen. Deze processen spelen zich trouwens niet alleen binnen ons lichaam en de geneeskunde af, maar in de gehele maatschappij. Het beste kunnen integratie en differentiatie hand in hand gaan. ‘Een integrale benadering die ruimte biedt aan verschillende geneeskundige tradities en (wetenschappelijke) methoden lijkt derhalve het meest optimaal en passend bij de huidige tijdsgeest’, schrijft integraal psychiater Rogier Hoenders in het tijdschrift OrthoFyto.*52 Te veel integratie kan tot verlies van de individuele identiteit leiden, waardoor er weer een tegenbeweging kan ontstaan: differentiatie. Te veel differentiatie kan weer tot conflict leiden en een gemis aan eenheid, waardoor de weg richting integratie wordt opgezocht.

Is er behoefte aan complementair?

Ongeveer één miljoen Nederlanders bezoekt minstens één keer per jaar een complementair therapeut, zoals een acupuncturist, chiropractor of homeopaat.*53 Vrouwen, 30- tot 65-jarigen, hoger opgeleiden en aanvullend verzekerden, hebben het meeste contact. Binnen de reguliere geneeskunde is tijd een belangrijke factor. Veel onderwerpen komen niet aan bod. De complementaire geneeskunde heeft meer tijd om bij fysieke, emotionele, sociale en spirituele zaken stil te staan. Door de tijdsdruk in de reguliere geneeskunde staat de menselijkheid soms op de tocht.

Opzetje voor de reguliere arts

Het is een gemiste kans dat artsen geen leefstijl- en voedingsanamnese afnemen. Naast het aanpakken van de klachten is vooral het doel om de patiënt langer en gezonder te laten leven. Hier een opzet voor de blinde vlek van de regulier arts:*54

Voeding:

  • hoeveel maaltijden en snacks eet je iedere dag?
  • hoeveel maaltijden per week eet je buitenshuis?
  • in wat voor restaurants eet je als je buitenshuis eet?
  • hoeveel stuks fruit eet je gemiddeld per dag
  • hoeveel porties groenten eet je gemiddeld per dag?
  • hoe vaak eet je brood, pasta of rijst?
  • hoeveel keer per week eet je kip of kalkoen?
  • hoe vaak per week eet je vis?
  • hoeveel keer per week eet je een toetje?
  • wat vind jij een gezonde snack?
  • wanneer eet je het meest?
  • eet je liever gefrituurd, gebakken of gekookt voedsel?
  • heb je over- of ondergewicht?

Leefstijl:

  • hoeveel uur per dag kijk je tv?
  • hoeveel keer per week sport je minimaal 30 minuten?
  • hoeveel uur per week zit je (op het werk)?
  • ben je actief op je werk?
  • wat is je favoriete activiteit in het weekend?
  • wanneer heb je voor het laatst gezwommen of een groot stuk gefietst?
  • hoeveel uur slaap je per nacht?
  • heb je slaapproblemen?
  • snurk je?
  • krijg je iedere winter de griep of word je iedere winter verkouden?
  • hoeveel zonlicht krijg je?
  • heb je een huisdier?
  • rook je?
  • drink je vaak alcohol?
  • hoe gedraag je je in stresssituaties?

Supplementen:

  • gebruik je supplementen? Zo ja, welke?
  • slik je deze iedere dag?
  • waarom neem je deze supplementen? (indicatie)
  • slik je visolie of een omega 3-product?
  • slik je vitame D3? Zo ja, welke dosering?
  • neem je supplementen voor…. ?
    (vul klacht/aandoening patiënt in)

Bovenstaande vragen zijn een laagdrempelige manier om de preventieve geneeskunde in de reguliere geneeskunde te integreren. Het spaart daarnaast op de lange termijn veel ziektekosten uit. Buiten de antwoorden geeft het namelijk vooral de mogelijkheid om informatie over voeding, beweging, supplementen en leefstijl te geven. Inzicht in wat mensen drijft en wat ze gelukkig maakt. Dit geeft aanknopingspunten op hun weg naar gezondheid. Deze belangrijke pijlers komen dan van de schaduw in het licht. En waar licht schijnt, ontstaat bewustwording.

Advies ZonMw-signalement

Het ZonMw (www.zonmw.nl) stimuleert gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. In maart 2014 kwam het rapport ‘Ontwikkeling en implementatie van evidence based complementaire zorg’ uit. In dit rapport staat het advies aan Nederlandse artsen om vaker behandelingen als acupunctuur en ontspanningstherapieën deel van hun werk te laten uitmaken. ‘Het zou een schande zijn als we zorg die werkt, de patiënt onthouden’, zegt de Rotterdamse hoogleraar chirurgie Hans Jeekel, betrokken bij het rapport. Tot de voorbeelden van complementaire zorg die wel werkt behoren volgens het rapport onder meer voedingssupplementen bij het voorkomen van veroudering en allerlei therapieën gericht op lichaam en geest die pijn en stress verminderen. Naast acupunctuur kan daar ook chiropractie – behandeling van gewrichten – en muziektherapie toe behoren.

Volgens Jeekel zijn er aanwijzingen dat patiënten die muziek horen tijdens een operatie, niet alleen meer ontspannen blijven maar het ook op gebied van andere lichaamsfuncties – zoals het immuunstelsel of het zuurstofgehalte in het bloed – beter doen. Daardoor is minder pijnstilling nodig en kunnen de patiënten sneller naar huis. Hij stelt voor bewezen effectieve alternatieve zorg te vergoeden via de zorgverzekering. ‘Ook omdat het om een relatief goedkope variant gaat – er komen geen dure medicijnen aan te pas – waarmee je juist op andere zorg kunt besparen.’

Gezondheid en gedrag

Hippocrates beschouwde lichaam en geest als onlosmakelijk met elkaar verbonden en geloofde dat het belangrijker is om de persoon te kennen die een ziekte heeft dan de ziekte te kennen die de persoon heeft.*55

Toch is de moderne westerse geneeskunde zich steeds meer gaan richten op het feitelijke lichaam, dus op de fysieke dimensies. Gezondheid is in deze benadering vooral de afwezigheid van ziekte – iets dat volgens gangbare (bio)medische maatstaven kan worden getoetst. In binnen- en buitenland groeit de kritiek op deze benadering. Vooral bij langduriger, hardnekkiger problemen – waar niet direct eenduidige of technische oplossingen voorhanden zijn – wordt die te eenzijdig bevonden.

Door de Gezondheidsraad en de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) wordt expliciet benadrukt dat gezondheid alles te maken heeft met veerkracht, aanpassingsvermogen en evenwicht. ‘De wisselwerking tussen lichaam en geest is complex en we hebben meer kennis nodig om deze beter te begrijpen’, aldus de Gezondheidsraad.*56 De RVZ vindt een cultuuromslag noodzakelijk: van ‘ziekte en zorg’ naar ‘gezondheid en gedrag’ (advies Zorg voor je gezondheid! 2010). Er is een omslag naar gedrag en zelfmanagement.

Gezondheid betekent flexibiliteit om verstoringen op te vangen en de balans te herstellen. Hierbij staat de persoon steeds meer centraal, waarbij de arts als ondersteunende coach zal fungeren. Deze visie brengt ons weer terug bij Hippocrates alsook het taoïstische yin-yang concept. Daarin wordt gezondheid beschouwd als de uiting van een harmonisch evenwicht tussen de verschillende componenten van iemands natuur, zijn omgeving en leefstijl.

Het is mijn hoop en wens dat de geneeskunde steeds meer natuurlijke interventies gaat onderzoeken, omarmen en integreren. Dan worden de wachtkamers pas steeds leger in plaats van dat ze nu nog steeds voller worden.

Er bestaan verder geen perfecte mensen, maar wel perfecte zuivere intenties. Laten we meer vanuit deze intenties gaan denken en (samen)werken. 

Vanuit OERsterk zullen we mensen blijven informeren en inspireren om te kiezen voor de juiste zelfzorg. Dat blijven we doen door bruggen te bouwen en vele experts, pioniers en dwarsdenkers in onze OERsterk Podcast een podium te geven.

Dus proost op alle vooruitstrevende kwakzalvers die bijdragen aan het ontluiken van de nieuwe wereld. Een wereld met oog voor natuurlijke kringlopen, ecosystemen en interventies. Een wereld met ook een goede gezondheidszorg in plaats van alleen een reactieve ziektezorg.

De revolutie ligt als collectief in onze handen. Proost op het naderende tipping point van deze revolutie van onderaf!

Bronnen ter verdieping

Deel deze blog:

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gerelateerde blogs